Vandaar dat ik begin, zoals ik mijn scriptie begonnen ben...
Vielleicht
sind alle Drachen unseres Leben Prinzessinnen,
die nur
darauf warten, uns einmal schön und muttig zu sehen.
Vielleicht
ist alles Schreckliche im Grunde das Hilflose,
Das nur von uns Hilfe will.
Rainer
Maria Rilke
Rainer Maria Rilke schildert in de woorden op pagina vijf
een bekende psychologische grondslag welke veel terugkomt in de poly
energetica. Een ieder draagt een zijde in zich die hij of zij niet graag wil
belichten. Deze zijde bevat de dingen die men liever wil vergeten, die men niet
in het licht wil zetten. Maar juist door deze
uit te lichten, in de spotlight te zetten, worden ze zichtbaar, hoe erg
we dit ook vinden. Wanneer ze dan zichtbaar zijn, gaan we hier mee aan de slag en
blijkt dat deze lelijke kanten eigenlijk helemaal niet lelijk zijn, maar ons al
die tijd tot nut zijn geweest. Door deze lelijke kanten nu met liefde te
bekijken, en te erkennen welke functie ze in ons leven gehad hebben, worden
deze draken prinsessen. Prinsessen die ons helpen met de stappen in ons leven.
Deze prinsessen zijn niet dom, en kunnen leren. Wanneer ze leren dat het gedrag
dat ze nu nog vertonen het gedrag is waardoor zaken niet lopen zoals ze behoren
te lopen, zien ze in dat we ze tot de orde moeten roepen en een ander gedrag
aan moeten leren.
Zoals ik het zie, is dit de kern van de poly energetica.
Binnen de poly energetica gaan we met bewust en onbewust gedrag aan de slag.
Het gedrag wat niet meer wenselijk is, vormen we om naar wenselijk gedrag. In dit
perspectief heb ik de behandeling van ‘psychische cliënten’ ook altijd bekeken.
In de huidige maatschappij plakt men graag stickertjes op,
en wil men graag een stickertje ontvangen. De reden dat men graag een
stickertje plakt, is dat men gedrag wil categoriseren, lijstjes van wil maken
die men kan scoren, zodat men in kaart kan brengen hoe ziek iemand is. Als men
dan alle categorieën heeft doorlopen weten we welke ziekte je hebt, en hoe ziek
je dan bent. Inmiddels blijken teveel klachten niet te categoriseren, en,
ondanks dat de mensen in hun beleving echt ziek zijn, worden ze dit niet
bevonden, want, ze zijn niet in te delen. Het plakken van stickertjes is hier
dus achterhaald, en niet functioneel. Helaas denkt de geïnstitutionaliseerde
gezondheidszorg nog wel in dit beperkende kader, met alle gevolgen van dien.
Men wil echter ook graag een stickertje ontvangen. Heel
veel mensen voelen zich ziek, maar kunnen niet echt een vinger op de oorzaak
leggen. Men doorloopt de hele mallemolen van het ziekenhuis. Vaak wordt er wel een
ziekte geconstateerd, maar helaas wordt ook maar al te vaak gevonden, dat het
‘tussen de oren’ zit, en dat de reguliere gezondheidszorg geen soelaas kan
bieden. De zoektocht gaat verder in het alternatieve circuit. Vaak geven deze
dan geen antwoord, zoals een klinisch psycholoog, of andere reguliere arts geeft.
En waarom deze zoektocht naar de naam van de ziekte? Wel, dit geeft rust en, maar
al te vaak, ook excuus. Want ik heb bijvoorbeeld de ziekte van Gilles de la
Touret, dus ik kan iedereen uitschelden,
bushokjes slopen, en ander sociaal niet getolereerd gedrag vertonen. Hierbij
kom je dus heel duidelijk bij één van de pijlers van de poly energetica. De
ziektewinst. Want, ik heb deze ziekte en daarom hoef ik geen initiatief te
nemen om dit probleem aan te pakken, want, helaas, het is nu eenmaal zo.
Daarom kies ik er voor niet in termen te denken, niet naar
stickertjes te vragen, maar te kijken naar gedrag in al zijn vormen. Hieronder
vallen dus ook de somatische klachten van een cliënt. Ik ga uit van het
holistische mensbeeld. Dit beschrijft dat alles wat een mens voelt en doet, ook
met de psyche verbonden is. Een lichamelijke klacht is maar al te vaak
verbonden aan een psychisch probleem, en andersom. Ik zeg met opzet, maar al te
vaak. Uit menselijk oogpunt dien je dit ook te nuanceren. Alles heeft een les
in zich, maar ziekte kan ook zo op je pad komen. De vraag is dan wel hoe je er
mee omgaat, en wat de ziekte jou te leren heeft. Ik ben het daarom niet met
Dethlefsen en Dahlke eens, dat achter iedere ziekte een psychische oorzaak
schuilt. Ik denk eerder dat het principe andersom werkt. Ziekte zorgt er voor
dat we een pas op de plaats maken, en we gedwongen worden te kijken naar het
handelen dat er voor gezorgd heeft dat men (somatisch en/ of psychisch) ziek is
geworden. Praktisch gezien ga ik dus uit van het gedrag wat voor de cliënt (of
zijn omgeving) als storend ervaren wordt. Dit gedrag wordt veranderd door
middel van de poly energetische technieken, zodat de cliënt geen grond meer
heeft dit gedrag te vertonen, en het de cliënt (of zijn omgeving) niet meer kan
storen.
Deze benadering van ziekte is geheel anders dan de
benadering van de reguliere gezondheidszorg. Ze richt zich niet alleen op de symptoombestrijding,
zoals dit gebruikelijk is binnen de reguliere gezondheidszorg , maar ook op de
dieperliggende structuur en oorzaak van het probleem. Wanneer deze oorzaak dan
aangepakt is, zullen andere, aan het symptoom gerelateerde klachten ook afnemen
en verdwijnen. Op deze wijze denk ik dat de
psychische hulpverlening naar effectiever plan kan worden gebracht,en
zou deze werkwijze, mijn werkwijze, en die van de poly energetica, een
oplossing zou kunnen zijn voor de vele problemen die de klinische psychische gezondheidszorg kent.
Uit eigen ervaring weet ik hoe de klinische geestelijke
gezondheidszorg werkt, en in het geval van ‘kleinere’ problemen faalt. De weg
naar de kern duurt ettelijke sessies, waardoor de situatie voor de cliënt er
alleen maar onoverzichtelijker door wordt. Het schroeft de kosten van deze
hulpverlening op, omdat er onnodig lang naar de kern van het probleem gezocht
wordt. Door de effectiviteit van de rand- kern methodiek in de poly energetica
kunnen wij dit vaak binnen één sessie, waardoor de effectieve behandeltijd
vergroot wordt. Hierdoor is het inderdaad zo dat we een kortdurend traject aan
kunnen bieden, wat zeer effectief is.
Om je cliënten goed te kunnen helpen, moet je ook weten
wat je ze ‘aan doet’. De afgelopen jaren heb ik daar door de opleiding een goed
beeld van gekregen. De ene therapievorm bleek bij mij effectiever dan de
andere. Poortwachters waren bij mij moeilijk te omzeilen. Het heeft van alles
te maken met karaktereigenschappen en representatiesystemen. Maar ik maak mij er niet vanaf met een smoes,
door te zeggen,”Tja, zo ben ik nu eenmaal”. Ik ben ook heel duidelijk een
veranderingsproces doorgegaan, waarin voor mij steeds duidelijker werd, wat ik
wel, en wat ik niet wil. In ieder veranderingsproces heb ik duidelijk gekeken
of ik hier mijn eigenheid wel of geen geweld aan zou doen, en heb hierin dus
bewuste keuzes gemaakt ze wel of niet door te voeren. De veranderingen die ik wel doorgevoerd
heb, zorgen er voor dat ik een goed therapeut ben, en een betere zal worden. Ik
help nu al cliënten op de zuivere manier zoals ik voor ogen heb. In de
therapiesessies stel ik mij dusdanig op, dat ik ook van de cliënt kan leren.
Want therapie is een wisselwerking. Een wisselwerking waarbij je maar al te
vaak met je eigen draken geconfronteerd wordt. Maar dat blijken dan prinsessen
te zijn, die er alleen maar op wachten, mij knap en dapper te zien. Want
uiteindelijk is het zo, dat al het verschrikkelijke alleen maar het hulpeloze
is, dat van ons hulp en liefde wil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten